Partijprogramma’s

Benieuwd naar wat politieke partijen voor jongeren willen gaan doen? Wij hebben het voor je uitgezocht. 

Klik op de politieke partij om te zien wat zij voor jongeren willen gaan doen.

De VVD lijkt in het concept-verkiezingsprogramma van 2023 jongeren in de eerste plaats te zien als een risicogroep die gemanaged moet worden. De partij vreest dat de aantrekkingskracht van criminaliteit op jongeren steeds groter wordt, en wil meer doen om jongeren op ‘het rechte pad’ te krijgen of houden. Jongeren worden in het programma dan ook vooral benoemd als risico in relatie tot de criminaliteit. Onderdeel van hun aanpak hiertegen is betere preventie, maar ook toepassing van HALT-straffen onder de 12 jaar en een strenger jeugdstrafrecht. Tegelijkertijd blijven veel uitdagingen waar jongeren nu mee zitten (die er juist voor kunnen zorgen dat jongeren afglijden naar de criminaliteit) onbenoemd. Oplossingen voor de problemen die jongeren nu met name rondom hun financiële positie ervaren, blijven in het concept-verkiezingsprogramma van de VVD nog onduidelijk of blijven zelfs helemaal uit.

Wat goed is:

  • Wonen: De VVD pleit voor een startershypotheek om jongeren te helpen bij het kopen van een huis met lagere maandlasten. Bij deze startershypotheek moet een studieschuld minder meetellen.
  • Jeugdzorg: De VVD noemt de noodzaak van het doorzetten van de Hervormingsagenda voor de jeugdzorg (maar zegt nog niks over de bezuinigingen die daar op dit moment bij komen kijken of de eigen bijdrage voor de jeugdzorg die afgelopen kabinet wilde invoeren).
  • Onderwijs: De VVD laat duidelijk zien schoolkosten waar mogelijk weg te willen nemen. Zo wil de partij dat schoolkosten niet op de rekening van ouders terechtkomen, en willen ze plannen maken om opleidingen voor ‘tekortberoepen’ goedkoper te maken voor studenten. Ook wil de VVD opleidingsniveau’s nieuwe namen geven, zodat we niet langer hoeven te spreken van ‘hoog- en laagopgeleid.’
  • Klimaat: De VVD kiest voor scherpere klimaatdoelen voor 2030: 55% CO2-vermindering, in plaats van de 49% die in 2021 nog in het verkiezingsprogramma stond.

Wat beter kan:

  • Financiële positie: Jongeren worden vooral beschouwd als (veiligheids)risico, terwijl oplossingen met name uitblijven rondom de financiële positie van jongeren. De VVD wil het minimumloon verhogen, maar zegt hierbij niets over het minimumjeugdloon. Daarnaast wil de partij de basisbeurs op het huidige niveau behouden, terwijl al is aangetoond dat deze niet voldoende is om studenten goed in hun levensonderhoud te voorzien.
  • Mentale gezondheid: De mentale gezondheidsproblematiek die jongeren ervaren, blijft door de VVD onbenoemd.
  • Jongerenspraak: De VVD zet nergens in het concept-verkiezingsprogramma in op de politieke betrokkenheid of participatie van jongeren.

Wat verder opvalt:

  • De VVD wil dat jongeren vaker een vrijwillige diensttijd aangaan, door een enquête naar jongeren op te sturen op basis waarvan ze op vrijwillige basis en bij geschikte motivatie direct een jaar in dienst kunnen.

Wat betreft jongeren komen er twee specifieke groepen naar voren in het programma van het CDA: jonge gezinnen en jonge boeren. Voor de eerste groep wil het CDA werken aan rust en ruimte, voor de tweede wil het CDA met name zorgen voor perspectief voor hun bedrijf(sopvolging). De positie van jongeren komt bij de partij vooral naar voren in de plannen voor wonen en het onderwijs, maar ontbreekt nog in de plannen van het CDA voor bestaanszekerheid en het bestuur. Net als de VVD maakt het CDA zich zorgen om jongeren die afglijden naar de criminaliteit. Via hulp, begeleiding en zorg wil de partij dit voorkomen.

 

Wat goed is:

  • Wonen: Het CDA wil het mogelijk maken voor gemeenten om nieuwbouw- en huurwoningen toe te wijzen aan starters. Zo kunnen jongeren makkelijker en met voorrang aan een woning komen.

Daarnaast wil het CDA jongeren aanmoedigen om te sparen voor een woning. Daarvoor willen zij een bijdrage verlenen aan banken zodat jongeren bij hen kunnen sparen voor en huis tegen een hogere, aantrekkelijke rente.

  • Studieschuld: Studenten uit de leenstelselgeneratie krijgen van het CDA een korting op hun studieschuld wanneer ze deze versneld aflossen. Daarnaast wil het CDA het voor werkgevers mogelijk en aantrekkelijk te maken om te helpen bij het aflossen van de studieschuld.
  • Onderwijs: Het CDA zet in op betaalbaar onderwijs door bijscholing voor elke scholier binnen de school beschikbaar te maken. Ook wil de partij lesgeld verlagen voor opleidingen richting techniek en zorg, en financiering op het hoger onderwijs beschikbaar maken per studiepunt.

 

Wat beter kan:

  • Financiële positie: Het CDA laat naast de hulp bij het terugbetalen van de studieschuld geen specifieke plannen zien voor de verbetering van de financiële positie van jongeren. Met name valt op dat het CDA in het programma nog niets noemt over de basisbeurs voor studenten.
  • Jongereninspraak: Buiten de ontwikkeling van de generatietoets laat het CDA geen plannen zien voor hoe jongeren een betere plek kunnen krijgen in de politiek.
  • Jeugdzorg:Het CDA wil een eigen bijdrage gaan vragen voor de jeugdzorg, om niet-effectieve zorg tegen te gaan. De partij wil namelijk dat de jeugdzorg er in de eerste plaats is voor kinderen met ingewikkelde problemen. Wel moet deze bijdrage afhankelijk worden van het inkomen van een gezin, en er moet een maximale grens op komen te staan. 

 

Wat verder opvalt:

  • Het CDA wil de maatschappelijke diensttijd omvormen tot een maatschappelijke dienstplicht, waarbij jongeren zich voor een tijd in moeten zetten voor de samenleving bij defensie, in de zorg of bij een maatschappelijke organisatie.
  • Het CDA vindt het belangrijk dat kinderen en jongeren gezond eten, niet roken en meer bewegen. Ze willen de kinderopvang, scholen, sportverenigingen en zorginstellingen helpen om jongeren hiertoe aan te zetten.

GroenLinks en PvdA noemen in hun verkiezingsprogramma zich zorgen te maken over de optelsom van problemen die ze bij jongeren zien: van het niet kunnen vinden van betaalbare woningen en het niet kunnen rondkomen van werk tot aan zorgen over de klimaat- en biodiversiteitscrises. De partijen zien dat veel sociale grondrechten, zoals onderwijs, een goede leefomgeving of een eigen woning, voor veel jongeren niet meer vanzelfsprekend zijn. Jongeren worden als doelgroep dan ook nadrukkelijk genoemd in hun plannen rondom onder andere sociale zekerheid en onderwijs. Ook zeggen GroenLinks en PvdA nadrukkelijk te willen werken aan een politiek die ook voor jongeren werkt. 

 

Wat goed is:

  • Jongereninspraak: GroenLinks en PvdA willen jongeren een sterkere plek in de politiek geven met een Nationale Jeugdstrategie, door de kiesleeftijd naar 16 te verlagen en door de effecten van nieuwe politieke voorstellen te toetsen op jongeren en toekomstige generaties. Ook willen de partijen campagnes inzetten om de opkomst van jongeren bij verkiezingen te verhogen en leerlingen/studentenraden meer invloed geven in het onderwijs.
  • Financiële positie: GroenLinks en PvdA willen de financiële positie van jongeren verbeteren door zowel het minimum(jeugd)loon als het bijstandsniveau gelijk te trekken vanaf 18 jaar. Ze willen een Eerste Generatie Studiefonds voor eerstegeneratiestudenten en een maximale rente op studieschulden. De partijen hebben echter nog geen standpunt ingenomen rondom de huidige studiefinanciering. 
  • Jeugdzorg: Wat GroenLinks en PvdA betreft gaan de zowel geplande bezuinigingen voor de jeugdzorg als het plan van het kabinet voor een eigen bijdrage voor de jeugdzorg niet door. Ook willen ze de leeftijdsgrens van 18 jaar voor de jeugdzorg versoepelen, zodat jongeren extra ondersteuning kunnen blijven krijgen in de overgang naar zelfstandig leven.
  • Onderwijs: De partijen zetten in op toegankelijk en inclusief onderwijs, bijvoorbeeld met en niet-bindend studieadvies (BSA), met latere selectie en een brede brugklas en door toegankelijkheid een eis te maken bij nieuwe schoolgebouwen. De positie van mbo’ers in het studentenleven wordt gelijkgetrokken met die van andere studenten, en de partijen willen meer uitwisseling van vakken tussen verschillende onderwijsniveau’s.

 

Wat beter kan:

  • Wonen: Uit de plannen voor wonen wordt nog niet duidelijk hoe GroenLinks en PvdA willen zorgen voor voldoende beschikbare woningen voor specifiek starters en studenten. Wel willen de partijen dat een studieschuld minder effect zal hebben op een hypotheek.

 

Wat verder opvalt:

  • GroenLinks en PvdA willen dat bestuurders van pensioenfondsen meer ruimte en invloed gaan geven aan jongeren. 
  • GroenLinks en PvdA willen gratis anticonceptiemiddelen aanbieden aan jongeren onder de 25.
  • GroenLinks en PvdA zeggen zich specifiek in te willen zetten voor meer uitgaansgelegenheden voor jongeren, en ook voor jongeren onder de 18.

 

Volt noemt in hun programma dat de partij is opgericht door jongeren door heel Europa, die \‘noodzakelijke keuzes’ wilden maken zolang oude partijen dat niet doen. Plannen voor jongeren vinden we specifiek terug in hun hoofdstukken over onder andere democratie, onderwijs en bestaanszekerheid. Daarnaast heeft Volt een Europese kijk op jongeren: de partij wil ook jonge mensen in het buitenland steunen en vindt het belangrijk dat jongeren waarde hechten aan hun Europese identiteit.

 

Wat goed is:

  • Jongereninspraak: Volt wil de kiesleeftijd verlagen naar 16 jaar en de generatietoets uitbreiden met een verantwoordingsplicht: de regering moet daarmee duidelijk maken waarom zij bepaalde beleidskeuzes maakt gezien de effecten daarvan op jonge en toekomstige generaties. Ook op Europees niveau moet er een generatietoets komen.
  • Klimaat: Volt wil van de Europese Unie wereldwijd een klimaatleider maken. In Nederland willen ze groene keuzes makkelijker maken door belastingen op werk te verlagen en belastingen op verbruik en vervuiling te verhogen. Zo komt er 25% meer op waterverbruik, afval, kolen en gas, en wordt milieuimpact meegerekend in de prijzen van producten via CO2-belasting. Met de opbrengst van deze extra prijzen wil Volt duurzame producten goedkoper maken.
  • Onderwijs: Volt wil gratis schoolmaaltijden en digitale leermiddelen aanbieden. Daarnaast wil Volt het collegegeld voor cruciale beroepen (zoals ict en bouw) afschaffen. Ook wil de partij meer aandacht voor mentale gezondheid op school.
  • Financiële positie: Volt wil de basisbeurs voor studenten verhogen, en deze onder dezelfde voorwaarden beschikbaar stellen voor mbo’ers. Ook wil de partij gemiddeld 10.000 euro compensatie per student regelen voor het leenstelsel en een renteplafond van 2.5% zetten op studieschulden. Het minimumjeugdloon wordt afgeschaft vanaf 18 jaar, en er komt een minimale stagevergoeding voor studenten met een fulltime stage. 

 

Wat beter kan:

  • Jeugdzorg: Volt zegt dat ‘huidige financiële regelgeving’ het voor gemeenten moeilijk maakt om de uitdagingen rondom jeugdzorg goed aan te gaan, maar neemt nog geen duidelijk standpunt in rondom de bezuinigingen die gepland staan voor de jeugdzorg. Wel wil de partij de harde leeftijdsgrens voor de jeugdzorg loslaten: zeker voor jongeren die in een instelling verblijven moet jeugdzorg minimaal tot 23 jaar mogelijk zijn.

 

Wat verder opvalt:

  • Volt wil de GGZ gratis maken tot 25 jaar.

 

Binnenkort lees je hier wat de ChristenUnie voor jongeren wil gaan doen. 

Binnenkort lees je hier wat D66 voor jongeren wil gaan doen. 

Binnenkort lees je hier wat de Partij voor de Dieren voor jongeren wil gaan doen. 

Binnenkort lees je hier wat de BoerBurgerBeweging voor jongeren wil gaan doen. 

CONTACT

Voor meer informatie kan contact worden opgenomen met: